Als jochie had ik een slecht gebit en een hele leuke, aardige tandarts. Ik was er vaak en het leek mij leuk werk. Na de HAVO heb ik de opleiding voor mondhygiëne gedaan. Bijzonder, ik was een van de drie mannen op totaal 60 cursisten. Ik wilde verder en heb de VWO-vakken gedaan om de studie voor tandheelkunde te gaan volgen. Ondertussen heb ik een brede ervaring opgedaan. Het werken met patiënten is inspirerend en ik wil ze graag ‘dental minded’ maken: bewust zijn en motiveren dat ze zelf ook veel kunnen doen om hun gebit in conditie te houden. Als tandarts kan je veel maar niet alles oplossen. Communicatie en voorlichting zijn dus heel belangrijk. Ook de technische kant van het vak, het precisiewerk, spreekt mij aan. Ik heb dat ook met mijn hobby boogschieten, daar draait het ook om precisie en concentratie. Dat laatste komt er tegenwoordig wat minder van, want sinds kort ben ik de trotste vader van mijn zoon Hugo.